2.2 Lidmaatschap van de raad In de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wbo) staan bepalingen over het lidmaatschap van de raad. Een samenvatting van deze regels volgt hieronder. Benoeming van raadsleden en voorzitter De centrale organisaties van ondernemers en werknemers benoemen respectievelijk de ondernemers- en werknemersleden. Om benoemingsgerechtigd te zijn, moeten deze organisaties door de Kroon zijn aangewezen als representatief. Hierover brengt de SER eenmaal in de twee jaar advies uit. Kroonleden worden op voordracht van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (als vertegenwoordiger van het kabinet) benoemd door de Kroon. Kroonleden zijn echter geen verantwoording schuldig aan de regering. Twee kroonleden zijn benoemd op grond van hun functie: de president van De Nederlandsche Bank (DNB) en de directeur van het Centraal Planbureau (CPB). De voorzitter is in de praktijk altijd een kroonlid en wordt net als de andere kroonleden door de Kroon benoemd. De raad krijgt gelegenheid om over de benoeming advies uit te brengen. De twee plaatsvervangende voorzitters worden benoemd door de raad zelf; in de praktijk gaat het om de voorzitters van de grootste werknemers- en ondernemersorganisatie (VNO-NCW en FNV). Om het jaar is één van hen eerste plaatsvanger. Deze vervangt de voorzitter bij afwezigheid. De raadsleden hebben een zittingsperiode van twee jaar en treden daarna tegelijk af; zij kunnen direct worden herbenoemd. Als een raadslid tijdens de zittingsperiode zijn lidmaatschap wil of moet beëindigen, blijft zijn plaatsvervanger als zodanig in functie. Voor benoeming in een tussentijds ontstane vacature geldt dezelfde procedure als bij reguliere benoemingen. Leden van de raad moeten bij aanvang van hun lidmaatschap een curriculum vitae en een overzicht van betaalde en onbetaalde functies indienen bij het secretariaat van de SER. Hiertoe ontvangen zij een schriftelijk verzoek van het algemeen secretariaat. Vereisten voor het lidmaatschap Een lid van de raad mag niet uitgesloten zijn van het kiesrecht. Iemand die is ontzet uit het recht bepaalde ambten of bepaalde beroepen of functies te bekleden, mag geen lid van de raad zijn1 . 1 Artikel 5 Wbo. SER-Wijzer 7 2. De Sociaal-Economische Raad in het kort

Pagina 9

Scoor meer met een webshop in uw uitgaven. Velen gingen u voor en publiceerden vakbladen online.

SER-Wijzer Lees publicatie 11Home


You need flash player to view this online publication