1973 1982 1992 1995 2002 2010 tegen ongewenste regelgeving en bezuinigingen. Het werd wel beschouwd als de ‘parel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie’. Intern waren er wel spanningen. Vanaf 1956 legde het Landbouwschap de boeren verplichte heffingen op om het schap te financieren. Een grote groep ‘vrije’ boeren, die niet aangesloten waren bij een landbouworganisatie, verzette zich daartegen. In 1963 waren er landelijk 1800 vrije boeren die hadden geweigerd te betalen. In maart werden in het Drentse Hollandscheveld drie woningen van opstandige boeren ontruimd. Rellen en een slechte pers voor het Landbouwschap waren het gevolg. En zetelwinst voor de Boerenpartij van Boer Koekoek, zelf afkomstig uit Hollandscheveld. Hij kreeg in 1963 drie zetels en in 1966 zelfs zeven. Heterogeen Vanaf de jaren negentig zorgden milieuproblemen en krimp van de land- en tuinbouwsector ervoor dat de rol van het Landbouwschap kleiner werd. Krajenbink: ‘Doordat de sector veel heterogener werd, was een gemeenschappelijk belang nog moeilijker te vinden.’ Begin 1995 fuseerden de drie agrarische werkgeversorganisaties tot LTO Nederland (Land- en Tuinbouworganisatie voor agrarische ondernemers en werkgevers). ‘De organisaties wilden een groot deel van de taken terug die in de jaren vijftig en zestig aan het Landbouwschap waren overgedragen. Daarmee werd het Landbouwschap langzaam uitgehold’, zegt Krajenbrink. De Voedingsbonden vroegen minister Van Aartsen van Landbouw in 1995 om het schap op te heffen. De PBO in vogelvlucht Vanaf 1954 kwamen er 59 product- en bedrijfschappen. Daarin konden belanghebbenden gezamenlijk hun bedrijfstak ordenen. De gedachte van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) sloeg vooral aan in de land- en tuinbouw. De reden was de grote overheidsbemoeienis met boeren en tuinders. Daarnaast bleken product- en bedrijfschappen vooral populair in bedrijfstakken met grote aantallen, gedeeltelijk ongeorganiseerde ondernemers en werknemers, met ongeveer dezelfde belangen. Eind jaren negentig werd een reorganisatie van de PBO ingezet. Die bracht het aantal schappen uiteindelijk terug van 39 naar 17. De SER vervult een aantal centrale taken ten aanzien van de PBO, zoals advisering over instelling en werkingssfeer van product- en bedrijfschappen, aanwijzing van benoemingsgerechtigde organisaties en toezicht op bestuurlijk functioneren en verordeningen. Een stevige ruzie tussen werknemers en werkgevers over de cao voor tuinders in 1995 was de directe aanleiding. Officieel werd het schap, vanwege financiële afwikkelingen, pas in 2001 opgeheven. Krajenbrink: ‘De publiekrechtelijke taken gingen naar de productschappen. De belangenbehartiging werd overgenomen door LTO en de vakbonden, maar de kracht van een eendrachtig standpunt was weggevallen.’ n SERmagazine 21 oprichting Landbouwschap

het eerste vrouwelijke raadslid

Voor sportbladen, online onderwijsmagazines en onderwijs catalogi zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw reclamefolders.

Historische reeks SERmagazine Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication