energietransitie zomaar een knop omzetten; het vereist een geleidelijke overgang naar volledig elektrisch rijden. Dat is kostbaar en technisch ingewikkeld.’ Hoe is het dan toch gelukt? ‘Het ambitieniveau van vervoerders verschilde nogal. We hebben daarom gebruik gemaakt van de first movers. Hun enthousiasme werkte motiverend naar de meer aarzelende partijen en maakte het bovendien mogelijk pilotprojecten te starten in Maastricht, Den Bosch, Eindhoven en Helmond. Alleen in Limburg rijden nu al 250 elektrische bussen rond. Door deze pilots ontstond een sectorbrede dynamiek. Iedereen ziet zich genoodzaakt stappen te zetten. Wie vandaag nog volhoudt dat hij met fossiele brandstof goedkoper uit is, plaatst zichzelf buiten het debat.’ Toch zal juist het kostenaspect een belangrijke rol hebben gespeeld. ‘Zeker. Een elektrische bus is in aanschaf nog altijd duurder dan een fossiel aangedreven variant. Maar een elektrische bus is qua brandstof Op naar een nieuw Energieakkoord De Green Deal busvervoer is een van de onderdelen van het Energieakkoord, dat in 2013 werd gesloten. Uit de jaarlijkse Nationale Energie Verkenningen (NEV) blijkt dat de energietransitie overduidelijk op gang is gekomen. Toch zijn er nog de nodige horden te nemen voordat alle doelen van het Energieakkoord in 2020 en 2023 zijn bereikt. De Borgingscommissie Energieakkoord onder leiding van Ed Nijpels inventariseert wat de mogelijkheden zijn om de doelen te behalen. Het kabinet werkt bovendien aan een nieuw Nationaal Klimaat- en energieakkoord. De afspraken over de doelen en aanpak van het klimaat- en energiebeleid worden vastgelegd in een klimaatwet. wel weer goedkoper. Essentieel was daarom het principe van total cost of ownership (TCO). Hoe ziet het kostenplaatje eruit gemeten over de volledige gebruiksduur? En dan blijkt het haalbaar. Dat TCO-principe brengt wel een heel andere kostenstructuur met zich mee. De aanvangsinvestering is hoger dan voorheen, de financiële voordelen komen pas later. Wil je dit onder vangen, dan moet je alle partijen en alle aspecten meenemen in je business case. We hebben ‘Iedereen ziet zich genoodzaakt stappen te maken in vergroening’ natuurlijk ook gekeken naar de winst op maatschappelijk en milieugebied. Die winst is ook financieel uit te drukken en kan in de businesscase worden opgenomen. In dit hele proces waren kennisdeling en betrokkenheid van alle stakeholders erg belangrijk. De regio nale economie moet bijvoorbeeld ook de vruchten kunnen plukken. Dat draagt allemaal bij aan de haalbaarheid van de businesscase.’ Wat waren andere succesfactoren? ‘Behalve het TCO-model was een subsidie van de Europese Investeringsbank erg belangrijk. Aan deze subsidie waren financiële doelstellingen verbonden en die hebben we ruimschoots kunnen waarmaken. Maar de belangrijkste succesfactor is dat we het point of no return hebben gepasseerd. Het staat nu vast dat we in Nederland volledig elektrisch gaan rijden; achterblijven is eenvoudig weg geen optie meer.’ Er worden in sommige pilots ook waterstofbussen ingezet. ‘Ja. Lokale en regionale omstandigheden verschillen flink. Schrijf je één model dwingend voor, dan schiet je jezelf in de voet. Daarom is er de 18 FEBRUARI 2018 - NR.2 Groene bussen
Column: De seculiere 'bubble'Interactieve erapport, deze maandblad of lesmateriaal is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online publiceren van digitale onderwijs catalogi.
SERmagazine februari 2018 Lees publicatie 19Home