Vertegenwoordiging van de Europese Commissie ‘Brussel’ is voor veel Europese burgers ver weg, letterlijk en figuurlijk. De Europese Commissie werkt daarom met een ‘Vertegenwoordiging’ in ieder land aan nauwere banden met de samenleving. De Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland is een bureau met zo’n 22 medewerkers in Den Haag. Annaert: ‘De Vertegenwoordiging van de Europese Commissie is als het ware de schakel tussen de EU en Nederland. Ik houd me als European Semester Officer vooral bezig met het ‘Europees Semester’: de cyclus van economisch toezicht en beleidscoördinatie vanuit de EU. Het Europees Semester is sinds 2010 de vlag waaronder de EU in de lidstaten onder meer het jaarlijkse begrotingstoezicht uitvoert, werkt aan een strategie voor structurele hervormingen – ‘Europe 2020’ – en een procedure hanteert voor macro-economische onevenwichtigheden.’ Via het Europees Semester gaat er informatie uit Brussel naar Nederland en andersom. De afdeling van politiek attaché Zenthöfer zorgt voor informatie naar Brussel. En de communicatieafdeling van de Vertegenwoordiging zorgt onder meer voor achtergrondinformatie voor Nederlandse media bij EU-documenten en organiseert de dialoog tussen EU-vertegenwoordigers en burgers in lidstaten. In dat kader vond medio maart bijvoorbeeld een openbare dialoog met EU-commissaris Frans Timmermans plaats. Zenthöfer benadrukt de toegankelijkheid van de Vertegenwoordiging. ‘Iedereen kan ons bellen. Vandaag kregen we nog een telefoontje over de dreigende handelsoorlog met Amerika. In zo’n geval geven we de beller informatie en geven we de zorgen door aan de beleidsmakers in Brussel.’ de kloof tussen vast werk en flexwerk groot.’ Ook het pensioenstelsel vormt volgens de Europese Commissie een financieel en economisch risico, zegt Zenthöfer. ‘Het Nederlandse pensioenstelsel zorgt op dit moment voor hoge pensioenen, maar de vraag is hoe het toekomstbestendiger kan worden gemaakt, ook in relatie tot het vraagstuk van vast en flex.’ Zachte druk Het landenrapport schrijft Nederland de wet niet voor; het vormt louter een analyse van hoe de Nederlandse economie er in Europees perspectief voorstaat. Annaert: ‘Het rapport vormt de basis van de landenspecifieke aanbevelingen die ieder land jaarlijks aan het begin van de zomer krijgt. Die aanbevelingen worden geformuleerd door de Europese Commissie en vastgesteld – eventueel in gewijzigde vorm – door de Europese Raad. Daarin zijn alle landen vertegenwoordigd, dus ieder land beslist mee over de aanbevelingen die het zelf krijgt.’ Die aanbevelingen zijn weliswaar niet bindend, maar leveren volgens Zenthöfer wel degelijk ‘zachte druk’ op. ‘Neem het voorbeeld van de hypotheekrenteaftrek. Nederland heeft daar jarenlang niet aan willen tornen. Verscheidene internationale instellingen, waaronder de Europese Commissie, hameren er al jaren op dat dit wél zou moeten. Er zijn enkele jaren geleden eerste stappen gezet en in het nieuwste regeerakkoord zijn verdere stappen aangekondigd. Die beleidsverandering is niet rechtstreeks aan ons toe te schrijven, maar een onafhankelijke, goede analyse van buitenstaanders helpt ongetwijfeld om bepaalde veranderingen te bewerkstelligen of te versnellen.’ De landenrapporten van opeenvolgende jaren lijken vaak op elkaar. Zenthöfer: ‘Het gaat vaak om structurele problemen, zaken die je niet van de ene op de andere dag 16 APRIL 2018 - NR.4 regelt. Denk aan de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek of het aanpassen van het pensioenstelsel. Dat vraagt om tijd én om draagvlak: zulke zaken willen beleidsmakers vaak niet met een krappe Kamermeerderheid regelen. De meerwaarde van de landenrapporten zit erin dat wij ieder jaar opnieuw aandacht vragen voor belangrijke economische vraagstukken. Ook nu de economie aantrekt moet de ijver voor hervormingen niet afvlakken.’ Samenwerking De Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Den Haag werkt nauw samen met de SER. Annaert: ‘In ieder land zoekt de European Semester Officer de samenwerking met de sociale partners. De manier waarop dat gebeurt, verschilt van land tot land. Nederland is op het gebied van samenwerking tussen de sociale partners een van de meest ontwikkelde landen in Europa.’ Zenthöfer vult aan: ‘Er zijn landen waar we beurtelings met werkgevers en werknemers overleggen, omdat gezamenlijk simpelweg niet gaat. Dat is in Nederland niet nodig.’ De SER is als platform voor werkgevers en werknemers een belangrijke samenwerkingspartner voor het Europese Semester. Annaert: ‘Sinds een aantal jaren presenteren we ons landenrapport bij de SER. De Brusselse collega’s die eraan hebben gewerkt, komen naar Den Haag voor die presentatie en de aansluitende discussie.’ Zenthöfer: ‘We komen graag bij de SER. De documenten en discussies zijn van hoog niveau en natuurlijk zijn de sociale partners belangrijke gesprekspartners voor ons. Als je bijvoorbeeld vindt dat er iets moet veranderen aan het pensioenstelsel, moet je niet alleen met het ministerie of het parlement in gesprek gaan, maar ook met de organisaties daarbuiten die ertoe doen. Daarin speelt de SER voor ons een belangrijke rol.’ n Pagina 15

Nederland gidslan

Voor boeken, online reclamefolders en lesmateriaal zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw uitgaves.

SERmagazine april 2018 Lees publicatie 21Home


You need flash player to view this online publication