opgenomen dat deze handel werkgelegenheid en inkomsten oplevert. Dit krijgt de kleur groen; de uitputting van grondstoffen die ermee gepaard gaat, de kleur rood. We scheppen dus juist een genuanceerd beeld. Maar misschien moeten we dit in de volgende monitor nog explicieter maken.’ Uit de monitor blijkt verder dat onze CO2 -afdruk, die lange tijd stabiel was, nu weer groter wordt. De economie trekt aan, en de Nederlandse productie en consumptie zorgen voor veel CO2 -uitstoot elders in de wereld. ‘Sommige industriële activiteiten verplaatsen we naar het buitenland. Daarnaast importeren we grondstoffen uit andere landen, die daar vaak nog met verouderde technologieën worden gewonnen. Het is goed dat we dit meenemen in de monitor, zodat we ons niet te snel rijk rekenen. Het gaat immers niet alleen om duurzaamheidsinitiatieven in Nederland, maar ook om wat we elders doen. Uiteindelijk is verduurzaming een mondiaal project.’ Papieren exercitie Het CBS presenteerde de monitor afgelopen mei op Verantwoordingsdag, de dag waarop het kabinet terugkijkt op de plannen en prestaties van het afgelopen jaar. Wat moet er nu gebeuren om te voorkomen dat de Monitor Brede Welvaart een papieren exercitie blijft? Smits: ‘Dat is een moeilijke vraag voor iemand van het CBS, een onafhankelijk kennisinstituut. Wil de monitor effect sorteren, dan is er allereerst een goed en scherp Kamerdebat nodig. Vervolgens moet het kabinet zich aangesproken voelen door eventuele pijnpunten en desgewenst het beleid aanpassen. Het CBS biedt het basismateriaal, de voeding voor het politieke debat. Daarna is het uit onze handen.’ Smits benadrukt dat niet alleen een politieke, maar ook een brede maatschappelijke discussie een voorwaarde is om resultaten te boeken. ‘Op het gebied van klimaat en energie is de opgave voor Nederland enorm. Dat geldt ook voor de indicatoren natuur, ecosystemen en duurzame voedselproductie. Verduurzaming kan de 6 overheid niet alleen bewerkstelligen; dit moet zij samen met burgers en bedrijven doen.’ In het bedrijfsleven is de bewustwording groot, ziet Smits. Als voorbeeld noemt hij de nationaal coördinator van de Sustainable Devolopment Goals – zeventien doelen die de Verenigde Naties in 2015 heeft opgesteld, die in 2030 een einde moeten maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering in de wereld. Deze coördinator zit regelmatig rond de tafel met de captains of industry. ‘Het is goed voor de uitstraling van een bedrijf als het kan zeggen dat het rekening houdt met mens, milieu en maatschappij. Ook is het besef doorgedrongen dat allerlei grondstoffen schaars – en op termijn dus heel duur – worden. Bedrijven moeten dus wel overstappen op andere, groene technologieën. Verder wíl een groot aantal ondernemers gewoon graag bijdragen aan een houdbare samenleving, in Nederland en daarbuiten.’ Onwil Burgers daarentegen nemen nog vaak een wat afwachtende houding aan. ‘En die kan zo omslaan in onwil als zij het gevoel hebben dat van bovenaf allerlei megalomane plannen over hen worden uitgestort. Kijk naar de operatie om Nederland van het aardgas af te krijgen. De overheid moet burgers in dat verhaal meenemen, zorgen dat het voor hen gaat leven. Dan ontstaat er draagvlak in plaats van verzet, en gaat het proces veel vloeiender verlopen.’ De Monitor Brede Welvaart is volgens Smits een van de manieren om het maatschappelijk debat op gang te brengen. ‘Om de thematiek dichterbij de burger te brengen, praat ik nu met gemeenten, bedrijfsleven en kennisinstellingen om de uitkomsten te regionaliseren en voor de grote steden zelfs te lokaliseren. Dan wordt het minder abstract, en is er een kans dat mensen in beweging komen.’ Ook de SER kan een belangrijke rol spelen bij het aanjagen van dit debat, besluit Smits. ‘Plekken waar verschillende maatschappelijke groepen bij elkaar komen, zijn hiervoor het interessantst. De SER is er daar natuurlijk bij uitstek één van.’ Pagina 5

Klimaatakkoord op hoofdlijnen

Heeft u een vaktijdschrift, paperator of online folders? Gebruik Online Touch: boek online plaatsen.

SERmagazine juli/aug 2018 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication