entiteit wij zijn: waar lopen de grenzen, waar staan we voor, waar trekken we rode lijnen?’ Hoe doen we dat? ‘Eigenlijk weet niemand welke politieke entiteit Europa is geworden sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Het is essentieel dat we onze eigen contemporaine geschiedenis beter gaan doorgronden. Dit begint met onderzoek en onderwijs. Daarnaast is het belangrijk dat de politiek en media open en eerlijk over Europa praten. Een concreet voorbeeld: waarom is West-Europa een magneet voor de rest van de wereld, waarom zijn de mensen hier zo gelukkig? Omdat het welvaartsstaten zijn. De EU is geen ufo maar een upo, een unidentified political object; iedereen kan er alles in zien Niet toevallig zijn de naoorlogse welvaartsstaten opgebouwd in dezelfde periode als de Europese integratie tot stand kwam. De Europese gemeenschappelijke markt en de welvaart in West-Europa zijn twee kanten van dezelfde medaille. Deze essentiële Europese dimensie van de nationale welvaartsstaten wordt echter bijna nooit benoemd; de geschiedenis van de welvaartsstaat blijft een nationale.’ De EU is geen ‘one size fits all’ Waar staat Europa in 2050? ‘Er zijn verschillende toekomstscenario’s, zoals de Europese Commissie dit voorjaar al uiteenzette. Het uiterste scenario, waarin de EU zich ontwikkelt tot een federatie, is een illusie. De lidstaten zullen blijven bepalen wat er gebeurt. Zij zijn immers geen lid geworden om zichzelf op te heffen. Het is veel waarschijnlijker dat de EU met kopgroepen gaat werken. Lidstaten die dat willen, nemen het voortouw bij verdere samenwerking, bijvoorbeeld op het gebied van defensie, belasting en terreurbestrijding. De andere lidstaten kunnen later aanhaken. In feite hebben we nu al een Europa van meerdere snelheden – denk aan de euro en Schengen, waaraan ook niet alle lidstaten meedoen – maar het is verstandig om de optie van gedifferentieerde integratie explicieter te benoemen. Dat maakt duidelijk dat de EU geen one size fits all is en niet tot doel heeft om landen in een mal te drukken. Bovendien voorkomt deze aanpak dat de niet-willers, de remmende lidstaten, de toon zetten, zoals nu gebeurt. Kijk bijvoorbeeld naar Hongarije, dat lange tijd een destructieve Europese sfeer kon scheppen in het migratiedossier.’ Is er in Nederland voldoende animo om bij de kopgroep te horen? ‘In ons land bestaat veel euroscepsis, maar als het erop aankomt, wil de meerderheid van de burgers in de EU blijven. Nationaal wat kan, Europees wat moet, is een prima uitgangspunt. Zo houd je ook de nationale democratie vitaal. We moeten echter wel bedenken dat de thema’s die op Europees niveau móeten worden geregeld, steeds talrijker en belangrijker worden. De problemen rond klimaat, veiligheid en migratie kunnen de lidstaten simpelweg niet alleen oplossen.’ Welke positie heeft Europa in de wereld in 2050? ‘Na de Koude Oorlog dachten sommigen dat het liberale, westerse gedachtegoed zich vanzelf zou verspreiden over de wereld, maar niets bleek minder waar. Mijn grootste zorg is dat het naoorlogse westerse model van kapitalisme, democratie en internationale samenwerking de komende decennia in conflict komt met andere modellen, die niet democratisch of zelfs autocratisch zijn, ook in het Westen zelf. Het is uitermate zorgelijk dat de Angelsaksische wereld – in ieder geval tijdelijk, maar misschien wel structureel – het partnerschap met Europa terugdraait. Aan Europa dus 22 SEPTEMBER 2017 - NR.9 Pagina 21

Column: Krachten bundelen

Heeft u een artikel, turnpages of digi-reclamefolders? Gebruik Online Touch: presentatie online maken.

SERmagazine september 2017 Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication