1973 1992 1995 2002 2010 te krijgen’, zo verklaarde hij in dezelfde SER-bulletin. Naar aanleiding van het akkoord zegde het kabinet toe niet langer van bovenaf in te grijpen in de loononderhandelingen. Dat was sinds eind jaren zestig elf keer voorgekomen. Loonvorming moest weer primair een taak van de sociale partners worden. Studeerkamer De officiële naam van het centrale akkoord luidt Centrale aanbevelingen inzake aspecten van een werkgelegenheidsbeleid. De naam waaronder het bekendstaat, dankt het aan de plaats waar het werd gesloten: in de studeerkamer van de villa in Wassenaar van Chris van Veen (1922-2009). Hij ondertekende namens de werkgevers. CHU-politicus Van Veen was van 1974 tot 1984 de eerste fulltimevoorzitter van het Verbond van Nederlandse Ondernemingen (VNO). ‘Ik heb nooit enige twijfel over de betekenis van dat akkoord gehad’, zei hij in het SER-bulletin van 1997. ‘Het ligt aan de basis van wat daarna sociaal-economisch is bereikt. De wissel naar loonmatiging is toen overtuigend omgezet.’ De in het akkoord overeengekomen loonmatiging had gunstige gevolgen voor de Nederlandse economie. De concurrentiepositie van het bedrijfsleven verbeterde en de export steeg. Wel ging het herstel moeizaam en met schokken. ‘Het duurde bijna tien jaar voor het akkoord werkte’, zo stelde Paul de Beer, destijds medewerker van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in het SER-bulletin van 2003 in een artikel naar aanleiding van twintig jaar Akkoord van Wassenaar. Ondanks de arbeidsduurverkorting scoorde Nederland tot in de tweede helft van de jaren tachtig nog veel slechter op werkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid dan de omringende landen. De verborgen werkloosheid was hoog en de toestroom in de WAO liep op. Uit twijfel of volledige werkgelegenheid ooit zou terugkeren, pleitten sommigen voor invoering van een gegarandeerd basisinkomen. Het Akkoord van Wassenaar werd gesloten binnen de Stichting van de Arbeid. De SER speelde een grote rol in het vervolg. De raad bracht drie maanden later, op 18 februari 1983, namelijk het advies Wetgeving Inkomensvorming uit. Daarin werd een aantal belangrijke punten van het akkoord uitgewerkt. Zo formuleerde de SER nieuwe uitgangspunten voor de wettelijke regeling van de loonvorming. Loonvorming is in principe een kwestie tussen werkgevers en werknemers, aldus de SER, maar in speciale omstandigheden (oorlog, rampen) moet de regering toch kunnen beschikken over de wettelijke mogelijkheid om in de lonen in te grijpen. Ook vond de SER dat regering en sociale partners onder alle omstandigheden regelmatig met elkaar moeten overleggen over het sociaal-economisch beleid. Dit op consensus gerichte overleg tussen bedrijven, werknemers en overheid maakte naam als het ‘poldermodel’. n FNV-voorzitter Wim Kok ondertekent het Akkoord van Wassenaar in de studeerkamer van VNO-voorzitter Chris van Veen SERmagazine 21 Akkoord van Wassenaar

advies Convergentie en Overlegeconomie

Scoor meer met een online winkel in uw spaarprogramma. Velen gingen u voor en publiceerden mailings online.

Historische reeks SERmagazine Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication