Externe organisaties in de SER De Consumentenbond is niet de enige betrekkelijke buitenstaander in de SER. Sinds 1999 maken ook natuuren milieuorganisaties deel uit van twee SER-commissies: de Commissie Ruimtelijke Inrichting en Bereikbaarheid en de Commissie Duurzame Ontwikkeling. SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan zei in 2006 in zijn inaugurele rede dat een bredere en ruimere betrokkenheid bij het advieswerk goed zou passen bij zijn voornemen om het werk van de SER in intensieve wisselwerking met de buitenwereld te laten geschieden. Daarnaast kunnen organisaties ook op ad-hocbasis deelnemen aan een SER-commissie. Zo namen organisaties van beleggers deel aan de commissie die het advies over evenwichtig ondernemingsbestuur voorbereidde in 2008. Andere mogelijkheden om externe organisaties te betrekken bij het SER-werk is door ze te ‘horen’ in een zitting, panelgesprek of werkbezoek. machtigde het dagelijks bestuur van de SER de CCA om ook op eigen initiatief zelfstandig te adviseren over een aantal onderwerpen. Afvaardiging Toch bleef het de gemoederen bezighouden of de consumenten niet een eigen afvaardiging binnen de SER zouden moeten hebben. Om tegemoet te komen aan de voorstanders hiervan, werd in 1972 Bep Sevenhuijsen-Hoogewooning tot kroonlid benoemd. Als voormalig bestuurslid van de Consumentenbond werd ze geacht de consumentenbelangen te behartigen. Maar vooral de Consumentenbond bleef ontevreden over haar rol binnen de SER; in de woorden van de toenmalige Consumentenbondvoorzitter prof. Hans Dirken: hij wilde in het huis van de SER ‘meer dan een plaats in de fietsenstalling’. In 1983 schortte de Consumentenbond zijn bijdrage aan het werk van de CCA zelfs tijdelijk op. Intensief overleg leidde ertoe dat in september 1983 een hernieuwde CCA kon worden geïnstalleerd, met een ruimere adviestaak. Ook vraagstukken van ordelijk economisch verkeer, zoals de Prijzenwet, Afbetalingswet, Colportagewet en Warenwet behoorden vanaf dat moment tot haar aandachtsgebied. Bovendien werd de overlegtaak van de CCA expliciet geformuleerd: zij kreeg tot taak het overleg tussen ondernemers- en consumentenorganisaties te bevorderen over zaken die de positie van de consument sterk beïnvloeden. In de praktijk ging het daarbij vooral om het overleg tussen branche- en consumentenorganisaties over Algemene Voorwaarden ‘onder auspiciën van de CCA’. Vooral vanaf de jaren negentig is dat beleid – en daarmee ook de advisering door de CCA – sterk geïnspireerd door het Europese consumentenbeleid. Vakbeweging Een volgend probleem deed zich voor in 1996 toen de vakbeweging uit de CCA stapte. Aanleiding was de opheffing van de consumentenorganisatie Konsumenten Kontakt, die mede werd gesteund en betaald door de vakbeweging. Men vond dat consumentenbeleid niet tot de kerntaken van de vakbeweging behoorde. Nog altijd is de CCA de enige SER-commissie zonder afvaardiging namens de vakbeweging. Momenteel zijn er zes onafhankelijke leden, zes ondernemersleden en zes afgevaardigden van de Consumentenbond. In 1996 werd bovendien een scheiding aangebracht tussen de advies- en overlegtaak: advisering bleef bij de CCA, maar de overlegtaak werd ondergebracht bij de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg (CZ), bestaande uit een onafhankelijke voorzitter, twee ondernemers- en twee consumentenleden. In CZ-kader zijn tweezijdige Algemene Voorwaarden tot stand gekomen binnen onder meer de kinderopvang, telecomaanbieders en reisorganisaties.  Met medewerking van Mariek de Valk SERmagazine oprichting van de SER-commissie voor consumentenaangelegenheden (CCA)

de Wet op de loonvorming

Interactieve web archief, deze pdf of rapport is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online zetten van internet uitgaven.

Historische reeks SERmagazine Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication