interview Zelden ben ik met zoveel arrogantie ontvangen. ‘Eens in de tien jaar komt er weer zo’n Kamerlid, maar wij zitten zo verankerd in de sector – u bent volstrekt kansloos.’ Dat kreeg ik te horen, letterlijk. Zeker bij het Productschap Tuinbouw heerste die arrogantie. En daar hadden de ondernemers natuurlijk ook last van.’ Vervolgens beet u zich in het onderwerp vast. ‘Ik was geschokt door zo’n stalinistisch systeem dat blijkbaar mogelijk was in een democratisch land. Er was heel weinig draagvlak, zeker voor promotie. Mijn eigen kapper vond de promotieslogan ‘Kijk eens wat vaker in de spiegel van de kapper’ bijvoorbeeld belachelijk. Zelden ben ik met zoveel arrogantie ontvangen als bij de schappen Dat leverde hem niets op; hij moest het hebben van advertenties in het lokale blaadje en acties voor klanten. Ik heb zelden zelfstandige ondernemers ontmoet die hun schap wilden behouden. Zeker in de tuinbouw was wel 90 procent tégen het schap. De bestuurders van de schappen waren de enigen die ik heb horen pleiten voor behoud. In veel sectoren werd dubbel werk gedaan door schap en brancheorganisaties. Het bedrijfschap voor Horeca en Catering maakte prachtige statistieken, maar dat kan Koninklijke Horeca Nederland ook doen. En dan op basis van vrijwillig lidmaatschap.’ De VVD was verdeeld over opheffing. Hoe verliep die discussie? ‘Ik heb drie keer in de fractie voorgesteld om een motie in te brengen voor het omvormen en democratiseren van de schappen. De eerste keer, in 2004, was de aarzeling groot en werd het me afgeraden. De tweede keer was er al meer twijfel en de derde keer kreeg ik te horen: doe ’t maar. Gaandeweg waren er meer partijen aangehaakt die voor opheffing waren, D66 als eerste, daarna volgden ook de SP en de PVV. Aanvankelijk was ik bereid tot een compromis: reorganisatie tot een meer democratisch stelsel met meer zeggenschap en een lagere heffing. Maar het voorstel voor afschaffing werd steeds breder gedragen in de Kamer en tegelijkertijd bleef die reorganisatie uit. De schappen bleven een duur, arrogant en ondemocratisch bolwerk. Ik verloor mijn vertrouwen in inkrimping; het stadium van een compromis was voorbij. Opheffen werd mijn persoonlijke missie, omdat ik me de terechte verontwaardiging van anderen aantrok. Ik merk dat het me nog steeds wat doet, nu ik het allemaal weer oprakel. Ik sprak akkerbouwersgezinnen die hun hele jaarinkomen van 25.000 euro moesten afdragen aan het schap, zonder te weten wat daarmee werd gedaan. Mensen schreven me dat ze de deurwaarder op bezoek hadden gehad, maar liever naar de gevangenis gingen dan dat ze zouden betalen.’ Gaandeweg haakten meer partijen aan die voor opheffing waren Welke reacties kreeg u toen die laatste motie werd aangenomen? ‘Er klonk applaus van de publieke tribune, iets wat zelden gebeurt. Ik kreeg brieven en e-mails van mensen die me erg dankbaar waren, al weet ik natuurlijk ook wel dat je hiermee niet de geschiedenisboeken ingaat. Van schapbestuurders kwamen boze reacties, maar van ondernemers nauwelijks. Ik krijg uit het land ook helemaal geen reacties dat het nu fout gaat. Andere sectoren zoals de industrie hebben ook altijd prima zonder de schappen kunnen functioneren. Ik ben blij dat er uiteindelijk een eind is gekomen aan een stelsel dat gekenmerkt werd door onrecht, onvrijheid en betutteling.’ n SERspecial 33 VVD'er Charlie Aptroot blikt terug

Stemmen over de neergang

Heeft u een krant, zmags of online studiegidsen? Gebruik Online Touch: uitgave converteren naar een online publicatie.

SERmagazine PBO-Special Lees publicatie 10Home


You need flash player to view this online publication