Zeepkist: Fijn is anders

zeepkist Fijn is anders transparantie, duurzaamheid, diversiteit en vertrouwen.’ Aanjagers De arbeidsmarktagenda moet binnen vijf jaar leiden tot een aanzienlijke verbetering van de arbeidsmarktpositie van cultuurwerkers. Om vrijblijvendheid te voorkomen, zijn per agendapunt ‘aanjagers’ aangewezen. In totaal zijn dat er zeventien. Het gaat om partijen als de Federatie Cultuur, de Kunstenbond, de Vereniging voor Bibliotheken, het Platform Makers, het Fonds Podiumkunsten en Act (acteurs). ‘Zij zijn geen eindverantwoordelijken, maar beginverantwoordelijken’, aldus Akkermans. Een regiegroep met als voorzitter Evert Verhulp gaat de vorderingen monitoren. Daarin zitten vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en zelfstandigen uit de sector, cultuurfondsen, de RvC, het ministerie van OCW en Kunsten ’92. Het ministerie heeft hiervoor budget uitgetrokken. Om de inkomenspositie van de vele zzp’ers te verbeteren, luidt één van actiepunten dat zelfstandigen – bij wijze van proeftuin – collectief mogen onderhandelen. Nu kan dat niet vanwege mededingingsregels. Kort na de presentatie zal een motie, die in de Tweede Kamer wordt aangenomen, dat inderdaad mogelijk maken. Ook met het versterken van de structurele sociale dialoog komt het ongetwijfeld goed. Daaraan wordt namelijk al tijdens de borrel en het werkdiner na afloop druk verder gewerkt. n Iemand die ik graag citeer, is Arie Groeneveld, voorzitter van de voormalige Industriebond NVV. Vorig jaar kreeg ik een brochure uit december 1974 onder ogen: Fijn is anders. Een pamflet met de uitgangspunten voor het werk van Industriebond NVV, waarin ik Groenevelds stem duidelijk herken. Het pamflet ademt de tijdgeest van de jaren ’70. De tekst is doorspekt met citaten van wereldberoemde staatslieden, zoals Franklin Delano Roosevelt: ‘Een radicaal is iemand die stevig zijn beide voeten in de lucht heeft.’ Tegelijk is het pamflet zijn tijd ver vooruit. Het roept op tot matiging om onze hulpbronnen te sparen en het milieu te behouden voor onze kinderen. Ook roept het op tot internationaal vakbondswerk om multinationale ondernemingen op wereldniveau het hoofd te kunnen bieden. Het pamflet is een aanklacht tegen het kapitalisme en kiest stevig positie tegen het poldermodel, in een tijd waarin de relatie tussen vakbonden en politiek nog niet vanzelfsprekend was: ‘We laten ons geen medeverantwoordelijkheid in de schoenen schuiven voor iets dat we niet willen: een kapitalistische maatschappij.’ Nadere lezing van het betreffende hoofdstuk geeft een genuanceerder beeld van de opvatting van de bond over de SER en de Stichting van de Arbeid. Een beeld dat past bij mijn eigen opvattingen over de rol van vakbonden. Een vakbond dient de belangen van zijn leden te vertegenwoordigen en de middelen te kiezen die dat doel het best dienen: krachtdadig verzet, een staking of een bezetting. Maar zeker ook en misschien wel vooral: overleg. Overleg op alle denkbare niveaus. Tegelijk hoor ik de stem van Arie Groeneveld in het pamflet zeggen dat we als vakbond soms terughoudend moeten zijn in dat overleg. ‘Niet om onze verantwoordelijkheid te ontlopen, maar om die neer te leggen waar zij hoort. U hoort nog van ons.’ Kitty Jong Vicevoorzitter Dagelijks Bestuur FNV SERmagazine 9 FOTO Christiaan Krouwels Pagina 8

Beter beroepsonderwijs

Voor mailings, online jaarverslagen en edities zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw folders.

SERMagazine december 2017/januari 2018 Lees publicatie 18Home


You need flash player to view this online publication