Soms moet je weg, terwijl er op het melkveebedrijf werk ligt dat je met z’n tweeën moet doen Paul van Tuijl heeft met zijn vader een melkveebedrijf. Beiden werken ook drie dagen in de week bij MerweTanks. De een werkt er op maandag, woensdag en vrijdag, de ander op dinsdag, donderdag en zaterdag. De ‘thuisblijver’ runt de boerderij. Van Tuijl ziet wel voordelen aan de onvoorziene situatie. ‘Het is op zich wel mooi om twee verschillende dingen te doen, in plaats van altijd met mijn vader op de boerderij te werken. Deze combinatie geeft wat afwisseling, en natuurlijk extra inkomen. Aan de andere kant: diep in mijn hart ben ik agrarisch ondernemer. Dat werk doe ik het liefst. We hebben deze constructie nu sinds een jaar of drie. Wat ons betreft gaan we ermee door zolang het nodig en mogelijk is. Mijn vader is nu 56 jaar en op een gegeven moment zal hij het toch wel wat rustiger aan willen doen.’ Vader en zoon zijn blij met hun werk bij MerweTank, maar de combinatie is soms lastig. ‘Soms moet je weg, terwijl er eigenlijk op het melkveebedrijf werk ligt dat je met z’n tweeën moet doen. En als je klaar bent bij MerweTank, moet je meestal thuis nog aan de slag. Dat is soms wel zwaar.’ In het voorjaar, als er gras ingekuild moet worden, is er soms écht even geen tijd voor een tweede baan. ‘Gelukkig heeft onze opdrachtgever een agrarische achtergrond. Hij begrijpt dat we in zo’n geval thuis hard nodig zijn en huurt dan een paar weken anderen in.’ Flexibele schil Wout de Jong, directeur van MerweTank, bevestigt: ‘Je weet dat je met boeren te maken hebt. Bij mooi weer moeten ze “kuilen”, dus daar houd ik rekening mee. Een paar keer per jaar zijn ze er een dag of drie niet.’ De constructie met vader en zoon beurtelings aan het werk bevalt hem prima. ‘Ze doen veel ondersteunende werkzaamheden en zijn een prima aanvulling op onze flexibele schil. De afspraak is dat ze komen werken als het nodig is, maar in de praktijk zijn ze er gewoon altijd op de vaste dagen. Ik zou dus inmiddels wel een nieuwe medewerker in dienst kunnen aannemen, maar daar is ontzettend moeilijk aan te komen. Daarom doe ik het voorlopig met een vrij grote flexibele schil.’ n ‘Met bewustwording is al heel wat gewonnen’ Uit de SER-verkenning blijkt dat er grofweg twee groepen zijn die banen combineren, vertelt kroonlid Louise Gunning-Schepers, hoogleraar Gezondheid en Maatschappij aan de Universiteit van Amsterdam. Gunning is voorzitter van de SER-commissie die de verkenning voorbereidde. ‘Enerzijds de groep voor wie een tweede baan enorme toegevoegde waarde heeft. Anderzijds de mensen die wel móeten combineren, omdat ze niet van één baan kunnen rondkomen. Voor hen is het combineren soms moeilijk, vanwege reistijden, regelwerk, gevraagde beschikbaarheid en dubbele loyaliteit. Belangrijke winst van de SER-verkenning is dat zowel werkgevers als werknemers de aspecten van combinatiebanen herkennen en erkennen.’ Mensen die uit financiële motieven combineren, geven vaak aan dat ze liever één baan willen. Voor werkgevers is dat niet altijd makkelijk te realiseren, bijvoorbeeld vanwege pieken in het werk – denk aan postbezorging of schoonmaak. Gunning: ‘Het zou goed zijn als werkgevers banen in ieder geval niet onnodig opknippen.’ Met bewustwording is volgens haar al veel gewonnen. ‘Het is belangrijk dat een werkgever zich realiseert dat iemand maatschappelijke waarde toevoegt door bijvoorbeeld een baan bij een bedrijf te combineren met docentschap. Die bewustwording kan al genoeg zijn om een beetje inschikkelijkheid bij de werkgever gedaan te krijgen.’ 6 APRIL 2018 - NR.4 Pagina 5

Hans Schenk blikt terug

Heeft u een vaktijdschrift, bladerbrochure of digi-weekbladen? Gebruik Online Touch: lesboek naar een online publicatie omzetten.

SERmagazine april 2018 Lees publicatie 21Home


You need flash player to view this online publication