Column: Fiets

column Fiets bepaalde sectoren kom je niet meer weg met mooie woorden: je zult echt moeten aantonen dat je kiest voor duurzame mobiliteit.’ Knelpunten Ondanks het succes zijn er natuurlijk ook hordes te nemen. ‘Eén daarvan’, zegt Soonius, ‘is dat mobiliteit onderdeel is geworden van de arbeidsvoorwaarden. Kom je aan iemands leaseauto, dan zijn de rapen gaar. Ik denk dat we van die mindset af moeten. Langzaam maar zeker moeten we overgaan op een systeem dat duurzame mobiliteit als uitgangspunt heeft.’ Houppermans: ‘We missen flexibiliteit in fiscaliteit. Fiscale maatregelen zijn nogal verkokerd ingericht op de auto, het OV of de fiets. Je zou eigenlijk meer flexibiliteit in die systemen moeten hebben, zodat je een optimum bereikt in reisgemak en duurzaamheid.’ Stapje verder In de ‘jacht’ op megatonnen CO2 die met het nieuwe Klimaatakkoord is gestart, kan mobiliteit dus een belangrijke bijdrage leveren. De kruisbestuiving binnen Anders Reizen werkt daarbij aanstekelijk, merkt Houppermans. ‘Bij de NS wilden we ook koploper zijn in de vergroening van ons eigen wagenpark. Daarom wilden we in 2017 terug naar een maximale CO2 -uitstoot van 105 gram per kilometer. Toen we merkten dat een aantal organisaties al een ambitie had van 70 g/km, besloten we een stap verder te zetten: we gaan voor 0 g/km per 2018. Binnen onze coalitie is het steeds spannend wie er een stapje verder gaat dan de rest. Zo stimuleren we elkaar om de duurzame keuze te maken!’ n ‘Ik wil mijn fiets terug’, zei hij zomaar al grijnzend – de jongeman die voor me in de supermarkt stond. Hij droeg een blauw spijkerjack, zijn ogen waren klein en scherp. Ik was sprakeloos. Wat bedoelde hij? Ik kende hem niet en had zeker zijn fiets niet gestolen. Ik snapte het niet. En toch voelde ik instinctief aan: dit was niet aardig bedoeld. Dat was in 1995. Nu, ontelbare opmerkingen later – zoals ook ‘kuilengraver’ en ‘SS’er’ – weet ik dat je als Duitse in Nederland op je hoede moet zijn. En als iemand weer een fiets van mij terugeist, dan zeg ik nu op de automatische piloot: ‘Ik heb er al drie ingeleverd’ – en dat is nog niet eens gelogen. De anti-Duitse sentimenten zijn in de loop der tijd minder geworden. Sterker nog: de relatie tussen Duitsland en Nederland is inmiddels goed als nooit tevoren. Nederlanders zijn dol op onze ‘leberwurst’, Merkel, Berlijn en zelfs op ‘die Mannschaft’. En toch zijn de ‘SS’er’ en de ‘fiets-terug’ blijvertjes gebleken. Onder de kop ‘Toch niet zo welkom’ beschreven internationale studenten in Groningen kortgeleden in de universiteitskrant hun ervaringen. Waar ze ook vandaan kwamen, ze hadden allemaal last van de directheid en de botheid van de Nederlanders. Als negatieve voorbeelden noemden de jonge Duitsers opmerkingen zoals ‘Ik wil mijn fiets terug’ en smakeloze grappen over de oorlog: 73 jaar later. Voor de studenten was dit meer dan alleen grof, het was een signaal: ‘Wij zijn niet welkom.’ Dat snappen Nederlanders dan weer niet. Integendeel: ‘We zijn open en tolerant! En zo´n ‘foute’ opmerking? Dat is maar een grapje, hoor.’ Kun je daar niet om lachen? Dan ben je dus Duits. En Duitsers, dat weet tenslotte iedereen, gaan naar de kelder als ze willen lachen. Annette Birschel Annette is als Duitse journalist gevestigd in Amsterdam en deelt hier haar Duitse blik op de Nederlandse samenleving. SERmagazine 19 FOTO Dirk Hol Pagina 18

Meedoen: Erwin Hout

Scoor meer met een online shop in uw maandbladen. Velen gingen u voor en publiceerden drukwerk online.

SERmagazine mei 2018 Lees publicatie 22Home


You need flash player to view this online publication