vluchtelingen en werk niet vanuit de behoeften van statushouders en werkgevers’, vult werkgroeplid Rob Slagmolen van VNO-NCW en MKB-Nederland aan. Succesfactoren Uit de praktijkvoorbeelden destilleert de SER de succesfactoren. Denk aan een vroegtijdige en uitgebreide intake, een actieve benadering van werkgevers en langdurige en intensieve begeleiding. Van belang is dat de integratie van statushouders al op dag één begint. Interventie van de gemeente laat echter vaak enige tijd op zich wachten, omdat statushouders worden opgevangen op een centrale, vaak ver weg gelegen locatie. Een andere organisatie van de opvang – in de regio van de gemeente die verantwoordelijk is voor de participatie – betekent belangrijke tijdwinst, aldus de SER. Taal In de nieuwe signalering Vluchtelingen en werk: een nieuwe tussenbalans die onlangs verscheen bekijkt de SER wat er sindsdien is veranderd en wordt een aantal goede praktijkvoorbeelden (zie kaders) op een rij gezet. ‘Hoopvol is dat de afgelopen tijd kansrijke initiatieven zijn ontwikkeld. Tegelijkertijd hebben deze vaak nog een te kleinschalig en versnipperd karakter’, zegt Isabel Coenen, die namens de FNV betrokken was bij het opstellen van de signalering. ‘De CBS-cijfers maken duidelijk dat het probleem urgent is. Grosso modo geldt dat alle betrokkenen nog te veel denken vanuit structuren en instituties – en Wat is er nodig? Om de arbeidskansen van statushouders te vergroten, is volgens de SER het volgende nodig: • Samenhangend beleid rond taal, onderwijs en werk: het is zaak dat statushouders een geïntegreerd traject van werken en Nederlands leren kunnen volgen. Hiervoor moet de Inburgeringswet worden aangepast. • Een doorbraak in de middelendiscussie: gemeenten ervaren de screening, ondersteuning en begeleiding van statushouders als zeer intensief. Als dit niet of onvoldoende van de grond komt omdat de rijksmiddelen tekortschieten, moet hiervoor snel een oplossing komen. • Een andere organisatie van de centrale opvang: vluchtelingen moeten worden opgevangen in een azc dichtbij de gemeente waar zij als statushouder een woning krijgen. Alleen dan kan het integratieproces vanaf dag één beginnen. • Regie en coördinatie op regionaal niveau: samenwerking en afstemming tussen gemeenten, arbeidsmarktregio’s, roc’s, private taalaanbieders, SW-bedrijven en werkgeversservicepunten. • Meer aandacht voor de groep met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt: een intensiever ondersteuningaanbod voor deze groep kan langdurige afhankelijkheid van een uitkering voorkomen. SERmagazine 15 De kans van slagen wordt ook groter als het taalonderwijs deel uitmaakt van een breder traject om statushouders aan het werk te krijgen. Sinds de nieuwe Inburgeringswet van 2013 moeten statushouders zelf zorgen dat ze binnen drie jaar een inburgeringsexamen halen. Ze kiezen zelf een taalaanbieder en kunnen hiervoor geld lenen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs. Dat betekent dat gemeenten, die wél verantwoordelijk zijn voor de participatie, hier geen zicht op hebben. Vaak leren statushouders dus eerst de taal, en wordt pas → Statushouders

Pagina 16

Heeft u een handleiding, onlinemag of digi-PDF's? Gebruik Online Touch: spaarprogramma digitaal bladerbaar publiceren.

SERmagazine juni 2018 Lees publicatie 23Home


You need flash player to view this online publication