Goede praktijkvoorbeelden Inburgering en beroepsopleiding In Rivierenland ontwikkelen werkgevers en het roc samen duale opleidingstrajecten, waarin inburgering en beroepsopleiding zijn gebundeld. Voor statushouders is hierbij extra aandacht voor vaktaal en werknemersvaardigheden. Het is de bedoeling dat de statushouders na een programma van bijna twee jaar een reguliere arbeidsplaats vinden. Integrale aanpak In het Westland werken ondernemersplatform MVO Westland, het Westlandse bedrijfsleven, Vluchtelingenwerk en een welzijnsorganisatie samen. Binnen drie weken na aankomst in de gemeente Westland start de begeleiding van de statushouders. De aanpak is integraal, en gericht op maatschappelijke begeleiding, inburgering, werkervaring en jobcoaching. Taalkennis wordt op het werk opgedaan. Inmiddels zijn 81 statushouders werkzaam in een leerwerktraject en 5 statushouders hebben betaald werk. Vluchtelingenwerk en inburgeringsbureau De stichting NVA, actief in Amersfoort, Leusden en Bunschoten, is een organisatie voor vluchtelingenwerk en inburgeringsbureau in één. Zodra een statushouder aan een van deze gemeenten is gekoppeld, wordt hij of zij uitgenodigd voor een eerste gesprek. NVA voert de regie en biedt een breed palet aan voorzieningen en diensten, zoals maatschappelijke begeleiding, trajectbegeleiding, taallessen en informatie over de inburgeringsplicht en het participatietraject. NVA voorziet ook in een vrouwen kindcentrum, dat is gericht op de participatie van vrouwelijke statushouders. daarna de aansluiting bij het onderwijs en de arbeidsmarkt gezocht. Dit staat volgens de SER een voortvarende aanpak in de weg. Slagmolen: ‘Geïntegreerde trajecten, waarin mensen tegelijk de taal leren én werken, bijvoorbeeld op stage- of leerwerkplekken, zijn de sleutel tot succes.’ Imke van Gardingen, medeauteur namens de FNV: ‘We moeten daarbij streven naar zinvolle leer- en werkplekken, die aansluiten op de kennis en ervaring van de statushouders. Én leiden tot een duurzame plek op de arbeidsmarkt.’ Gezamenlijke verantwoordelijkheid De SER benadrukt dat de arbeidsintegratie van statushouders een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Alleen als de rijksoverheid, gemeenten, onderwijs, maatschappelijke organisaties en sociale partners dit ook zo zien, is een sluitende, brede aanpak voor grote aantallen statushouders haalbaar. Werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen door werkervaringsplaatsen en stages aan te bieden. Dat geldt in het bijzonder voor sectoren die kampen met personeelstekorten, zoals de bouw, installatietechniek en transport. Slagmolen bespeurt enthousiasme in de achterban van VNO-NCW en MKB-Nederland, maar vindt wel dat bedrijven sneller en gemakkelijker aan geschikte werknemers onder de statushouders moeten kunnen komen. ‘Het proces van screening en matching hapert. De eerste screening vindt plaats in de azc’s, maar wordt vaak overgedaan door de gemeenten. Dat is niet efficiënt. Daarnaast heeft een aanzienlijk deel van de gemeenten onvoldoende zicht op wat de mensen kennen, kunnen en willen. Daardoor bestaat het risico dat bedrijven afhaken.’ 16 JUNI 2018 - NR.6 Draagvlak Draagvlak op de werkvloer is een andere voorwaarde. Coenen: ‘Het zou mooi zijn als we statushouders konden koppelen aan FNV-kaderleden, die hun meer kunnen vertellen over Nederlandse bedrijven en de inhoud van het werk. Andersom komen de kaderleden zo in contact met statushouders.’ Van Gardingen: ‘Wij vinden het ook zinvol om in de module Oriëntatie Nederlandse Arbeidsmarkt van het inburgeringstraject meer aandacht te besteden aan werknemersrechten en de rol van de vakbonden hierbij.’ Brede groep Volgens het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschilt het traject om statushouders aan het werk te krijgen niet wezenlijk van dat van andere nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Daarom heeft het onlangs aan de SER gevraagd om een verkenning uit te brengen over de vraag wat nodig is voor een duurzame arbeidsintegratie. Ook Slagmolen trekt het probleem breder. ‘Voor de totale groep met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben gemeenten moeite om te zorgen voor een goede aansluiting tussen vraag en aanbod. Ons voorstel is dat de rijksoverheid gemeenten meer gaat sturen op dit gebied, bijvoorbeeld met prestatieafspraken. Daarnaast is het goed om private reïntegratiebedrijven en taalaanbieders in te zetten voor de bemiddeling en taalondersteuning.’ Coenen pleit eveneens voor een vorm van landelijke coördinatie. Verder vindt ze het verstandig om de financiering van het voorschakeltraject dat voorafgaat aan een mbo 2-opleiding, landelijk te regelen. ‘Op dit moment wil de ene gemeente dat wel betalen voor statushouders, en de andere niet. Het is natuurlijk niet goed dat je woonplaats bepaalt of en hoeveel hulp je krijgt bij het vinden van werk.’ n Pagina 15

Blikverruimers

Scoor meer met een online winkel in uw weekbladen. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijscatalogi online.

SERmagazine juni 2018 Lees publicatie 23Home


You need flash player to view this online publication