Ik zie allerlei vormen van modernisering bij de SER: snellere adviestrajecten, meer eigen initiatief aan andere of bredere belangen. En dan zet je toch weer een paar stappen terug. Ik begrijp heel goed dat het zo werkt hoor, maar dit was weleens frustrerend.’ Het overleg tussen de sociale partners verloopt momenteel vrij moeizaam. Waar ligt dat aan? ‘Er liggen nu eenmaal heel taaie problemen op tafel. In onze samenleving is een tweedeling tussen vast en flex ontstaan. Aan de ene kant is het logisch dat werkgevers hun behoefte aan flexibiliteit oplossen met een flexibele schil. Aan de andere kant geloof ik er heilig in dat werknemers veiligheid en voldoening nodig hebben, en dat vraagt een bepaalde mate van continuïteit. Iedereen vindt dat de verschillen tussen vast en flex kleiner moeten worden, dat is het punt niet. De vraag is alleen: hoe?’ U bent inmiddels heel bekend met het Deense model. Zou dat de oplossing zijn? ‘In het Deense model kunnen mensen vrij gemakkelijk worden ontslagen, waardoor werkgevers ook gemakkelijker mensen aannemen. Tegelijkertijd is er goede, snelle van-werk-naar-werk-begeleiding. Als iemand werkloos wordt, wordt hij binnen twee weken gescreend. In Nederland kan dat drie maanden duren. Hoe hoger iemand is opgeleid, hoe groter de kans dat hij een succesvolle ondernemer wordt Daarnaast volgen veel Denen een opleiding naast het werk; het hoogste percentage van de beroepsbevolking in Europa. Dat is goed voor de arbeidsmobiliteit. Maar nadelen zijn er ook. Het systeem is duur en 12 FEBRUARI 2018 - NR.2 het sociale vangnet niet zo comfortabel als in Nederland. Maar liefst 17 procent van de werkenden valt erbuiten, bijvoorbeeld omdat ze niet lang genoeg in Denemarken wonen en werken. En de loondoorbetaling bij ziekte duurt maar 31 dagen.’ Toch maar niet doen dus? ‘Of het wenselijk is om dit systeem over te nemen, is een politieke keuze. Je moet ook bedenken dat we het Deense model niet zomaar kunnen implementeren in Nederland, omdat het is gebouwd op een heel andere cultuur en historie. Denemarken kent een enorm hoge organisatiegraad: 80 procent van de werknemers is lid van een vakbond. Daarbij komt dat de sociale partners van oudsher veel meer verantwoordelijkheden hebben. Binnen wettelijke grenzen regelen zij bijvoorbeeld zelf de ontslagbescherming, duur en hoogte van de uitkeringen en de loondoorbetaling bij ziekte. Bij ons valt dat allemaal onder de nationale wetgeving, die door de centrale wetgever wordt vastgesteld.’ Hoe kijkt u naar de SER? ‘Veel mensen realiseren zich niet hoe bijzonder het is om adviezen uit te brengen waar iedereen het mee eens is. Het SER-model is nog steeds heel sterk. Als organisatie functioneert de SER goed. Het secretariaat is een prachtig onderzoeks- en adviesbureau. Misschien wel wat ondergewaardeerd, omdat dit niet algemeen bekend is. En de SER gaat met zijn tijd mee. Ik zie allerlei vormen van modernisering: snellere adviestrajecten, meer eigen initiatief. Het Energieakkoord, waarbij maar liefst 43 partijen betrokken zijn, is een geweldig voorbeeld van een vernieuwende methode om de samenleving bij de adviestrajecten te betrekken.’ Over welk onderwerp zou de SER zich volgens u moeten buigen? ‘De organisatie van de toekomst. Veel bedrijven en overheidsinstellingen kennen vandaag de dag nog een Pagina 11

Pagina 13

Voor publicaties, online verenigingsbladen en onderzoeksrapporten zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een online winkel in uw catalogi.

SERmagazine februari 2018 Lees publicatie 19Home


You need flash player to view this online publication