te vinden. In het geval van kunstmatige intelligentie betekent dat niet alleen technische scholing, maar ook: leren begrijpen wat technologie met ons doet. Dat is niet alleen iets voor hoogopgeleiden; technologische geletterdheid kan op alle niveaus ontwikkeld worden. Begrijpen dat feestfoto’s op sociale media bij sollicitaties tegen je kunnen werken, hoort er bijvoorbeeld ook bij.’ De verhoudingen op de werkvloer zijn al veranderd door digitalisering. ‘Er is minder hiërarchie. Studenten sturen bijvoorbeeld makkelijk een mailtje naar de rector. Daarnaast worden netwerken veel breder: ik doe onderzoeken samen met mensen op andere continenten op een manier die voorheen onmogelijk was.’ De invloed van kunstmatige intelligentie op de werkvloer reikt volgens hem nog vele malen verder. In bijvoorbeeld de rechtspraak en de gezondheidszorg is daarover al volop discussie. ‘Een algoritme kan heel snel alle jurisprudentie over een bepaald onderwerp analyseren. De vraag is: kan daar een goed vonnis uitkomen? Het is vast onpartijdig, maar wie is eigenlijk verantwoordelijk voor dat vonnis? Dat zijn duizelingwekkende vragen als je ze goed doordenkt.’ In de gezondheidszorg is al gebleken dat algoritmes menselijke taken soms sneller en beter kunnen uitvoeren. ‘Het Radboud UMC in Nijmegen heeft een algoritme dat kankercellen significant beter detecteert dan een patholoog. Wellicht krijgen zorgverleners door dergelijke toepassingen meer tijd voor de echt zorgende kant van hun werk: de interactie met de patiënt.’ Peter-Paul Verbeek: ‘Een algoritme kan niet leiding geven’ Politieke agenda Angst voor digitalisering en kunstmatige intelligentie is misschien begrijpelijk, maar weinig zinvol, stelt Verbeek. ‘Je kunt de angst omkeren door steeds te laten zien wat er op het spel staat en wat dus de uitdagingen zijn, ook op het gebied van leiderschap en interactie. Een algoritme kan categoriseren en wellicht coördineren. Maar een algoritme kan niet leiding geven, motiveren of zien waar mensen goed in zijn. Robots gaan de samenleving veranderen, maar niet per definitie overnemen. Dat doen ze pas als we er niet in slagen ze een goede plek te geven in menselijke praktijken met alle normen en waarden die daarbij horen.’ Leren begrijpen wat technologie met ons doet, is niet alleen iets voor hoogopgeleiden De ontwikkelingen rond kunstmatige intelligentie worden volgens hem nog weinig expliciet doordacht door beleidsmakers en overheden. ‘Het zou heel mooi zijn geweest als in dit kabinet een minister of staatssecretaris voor digitale zaken zou zijn benoemd. Het onderwerp valt nu doorgaans onder Economische Zaken. Dat betekent dat digitalisering en kunstmatige intelligentie in de eerste plaats worden gezien als een motor om de economie aan te jagen, terwijl er zoveel andere relevante vragen zijn. Het is de taak van de overheid om te anticiperen op de impact van de digitale revolutie op de samenleving. Er moet beleid komen om ongewenste gevolgen op te vangen en mensen toe te rusten voor de veranderingen.’ Gidsland Als de overheid ervoor kiest de omgang met digitalisering een belangrijk onderwerp te maken, kan Nederland volgens Verbeek hierin een gidsland worden. ‘Er is veel expertise in ons land. Alle drie technische universiteiten in Nederland hebben onderzoeksgroepen voor Filosofie en Techniek. Het Rathenau Instituut staat internationaal hoog aangeschreven. De infrastructuur en de kennis zijn er en het onderwerp is duidelijk van groot belang. Nu moet er nog beleid op worden gemaakt.’ n 16 FEBRUARI 2018 - NR.2 Samenwerken met robots
Groene bussenVoor sportbladen, online drukwerk en folders zie het Online Touch CMS beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw folders.
SERmagazine februari 2018 Lees publicatie 19Home